De Graadmeter voor de gezondheid van de Waddenzee

De Graadmeter voor de gezondheid van de Waddenzee

 

De zeehond staat bovenaan de voedselketen van de Waddenzee. Gaat het goed met de zeehond, dan mogen we ervan uit gaan dat het ook redelijk gesteld is met het andere leven in het grootste getijdengebied ter wereld – en vice versa. Zeehondencentrum Pieterburen speelt een belangrijke rol in het monitoren van de populatie en heeft de voorbije vijftig jaar talloze zieke, zwakke en verweesde dieren opgevangen en opnieuw uitgezet. In die tijd is de omvang van de populatie gegroeid, onze kennis over de zeehond toegenomen en ons bewustzijn over diens belang voor de Waddenzee des te meer. 

Tekst: Jeroen Kuypers 

n de eerste decennia lag de nadruk op het redden van individuele dieren. Werd er door een van de vrijwilligers een gewond volwassen dier of een achtergelaten pup gevonden, dan werd het Zeehondencentrum gewaarschuwd. “Meestal werd zo’n dier door ons opgevangen. Maar sinds 2014 zijn we iets terughoudender. Wetenschappelijk onderzoek dat we samen met de Rijksuniversiteit Groningen hebben doorgevoerd, heeft ons bijvoorbeeld geleerd dat moeders na de eerste zoogperiode van pakweg 3 à 4 weken hun pups voor langere tijd alleen laten om te kunnen jagen. In de tussentijd kunnen pups dan door meerdere andere moeders worden gezoogd. We hoeven die dus niet op te vangen.” “Wie geeft aan de zeehonden, geeft indirect ook aan zijn eigen leefomgeving.” 

Menselijk ingrijpen 

Zeehonden jagen overwegend in zee op vis en komen naar zandbanken van de Waddenzee om te paren en te baren. Het uitgestrekte gebied is de kraamkamer van de naar schatting vijftienduizend zeehonden die in dit deel van de Waddenzee leven. De Waddenzee was er veel slechter aan toe toen het centrum werd opgericht, maar nog altijd raken zeehonden verstrikt in vissersnetten of anderszins gewond of in de problemen door menselijk ingrijpen. De stranden langs onze kust wemelen vaak van de bezoekers en de honden en die verstoren de rust van de zeehonden. Menselijke hulp en educatie blijft daarom nodig. “Maar in de opvang zorgen we er voor dat de dieren wild blijven en niet aan ons gewend raken. We praten dus niet tegen ze en hebben zo min mogelijk contactmomenten. Ook zorgen we dat publiek op afstand blijft van de zeehonden. Zo proberen we de dieren zo veel mogelijk rust te geven. Ook al zijn bezoekers zeer welkom en zorgen zij voor één derde van onze inkomsten, we blijven een zeehondenziekenhuis. Het welzijn van de zeehonden staat op nummer 1” aldus Niek Kuizenga.

Eigen campus 

Het eenvoudige opvangcentrum van destijds is uitgegroeid tot een internationaal gerespecteerd zeehondenziekenhuis, met een eigen campus waar altijd een team van (internationale) vrijwilligers een gedegen training volgen en waar veel wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt. Door het centrum professioneel opgeleide zeehondenwachters – ook al vrijwilligers – gaan bij een melding langs de Nederlandse kust. Zij beoordelen de conditie van het dier en bepalen in overleg met de dierenarts welke actie vereist is. En dit is allemaal gefinancierd met donaties. “Nederlanders zijn heel geefbereid, zolang je het doel maar concreet kunt maken,” aldus Kuizenga. “Dat doen wij onder andere via adopties. Als je alle kosten die we moeten maken toerekent naar de opvang van een zeehond, dan kost het opvangen van een zeehond gemiddeld drieduizend euro. Met één gift van een paar duizend euro red je dus het leven van een zeehond – en daarmee draag je ook bij aan het onderzoek dat we doen naar de zeehond, en zijn leefomgeving. De Waddenzee is sinds 2009 Unesco Werelderfgoed, omdat ze uniek is in heel de wereld. De zeehond is de graadmeter voor de gezondheid van dit uitgestrekte getijdengebied, het grootste natuurgebied van Nederland die we hebben. Wie geeft aan de zeehonden, geeft dus indirect ook aan onze leefomgeving.” 

Klik op het logo van Zeehondencentrum Pieterburen om een donatie te doen


Journalist
Zeehondencentrum Pieterburen
Gert Boerema
Heb je een vraag?

Gert staat voor u klaar met een passend antwoord!