Mobiliseren tegen de klimaatopwarming

 

De smeltende poolkappen zijn in zekere zin het eindstation van de klimaatopwarming. De temperatuurstijging beïnvloedt ook tussendoor en op een subtiele manier de natuur. De afname van het aantal vogels in Nederland of orang-oetans in Indonesië is daarvoor zowel een graadmeter als een waarschuwingssignaal. Wij bestaan niet los van de natuur en daarmee werkt de opwarming ook in op onze leefomgeving Maar het is niet enkel doem wat de klok slaat. De terugkeer van de wolf is een bewijs van de veerkracht van ons ecosysteem.  

Tekst: Jeroen Kuypers

Zolang we de dijken kunnen blijven verhogen houden we het wassende water wel tegen, zou je zeggen, maar zo simpel liggen de kaarten niet geschud. “Met elke centimeter die de zeespiegel verhoogt en met elke boring naar aardgas verzinken de zandplaten van de Waddenzee dieper,” zegt Lutz Jacobi, directeur van de Waddenvereniging. “De platen liggen onder water bij vloed, boven water bij eb. Hoe korter ze bloot liggen, des te minder lang kunnen de miljoenen trekvogels die de Waddenzee aandoen er foerageren. De aantasting van dit unieke stuk werelderfgoed verloopt dus sluipend. En dan te bedenken dat we door de indijking van onder andere het Lauwersmeer al zoveel gebied verloren hebben. Vroeger lag de Waddenzee 35 kilometer landinwaarts en was het gebied één derde groter dan nu.”

“Wij pleiten ervoor dat de getijden weer vrij spel krijgen in gebieden zoals rond het Lauwersmeer.”

 Doorlaatbaarheid van de Afsluitdijk

Het aantal klimaatontkenners neemt volgens Lutz Jacobi geleidelijk af maar de industriële en agrarische lobby’s blijven even machtig en invloedrijk. “Dat wil echter niet zeggen dat wij geen begrip hebben voor de belangen van bijvoorbeeld de boeren in het gebied rond het Lauwersmeer, die daar pootaardappelen telen op een zeer hoog niveau. In onze speurtocht naar een oplossing om de gevolgen van de zeespiegelstijging op te vangen,  denken we aan meer ruimte voor de Waddenzee landinwaarts, bij het Lauwersmeer en Amstelmeer. Daarvoor is een strikte scheiding van zoet -en zout water nodig, zowel voor goede akkerbouw als voor  herstel van de deltanatuur. We denken ook aan de mogelijkheid van zouttolerante teelt. Die wordt elders al met succes toegepast. Mogelijk wordt dit een toekomstige wereldmarkt  Wat wij graag zouden zien is dat dergelijke gebieden vanaf de Waddenzee niet meer volledig zijn afgesloten, maar dat de getijden er weer vrij spel krijgen. Om diezelfde reden zijn we ook blij met ons initiatief van een vismigratieriver , waarbij dwars door de Afsluitdijk een opening is gemaakt met het IJsselmeer en de trekvis ongehinderd in en uit kan zwemmen. Zout en zoet water staat in een open verbinding, maar kan elkaar dankzij een slimme constructie niet raken. De visstand van soorten die zowel in zout als zoet water leven, zoals de paling en de zalmforel, zou er een enorme stimulans door krijgen, terwijl noch onze veiligheid, noch onze zoetwatervoorraad erdoor worden aangetast.”

 mobiliseren tegen klimaatopwarming

 

Mastjaar blijft vaker uit

Ook aan de andere kant van de wereld vindt deze geleidelijke vernietiging van habitat plaats. De achteruitgang van de orang-oetanpopulatie op de eilanden Borneo en Sumatra bijvoorbeeld, vindt zijn oorzaak vooral in het kappen van regenwoud om plaats te maken voor palmolieplantages. Volgens Hugo Wortel, secretaris van Orangutan Rescue, speelt de temperatuurstijging echter ook een rol. “Vroeger vond er gemiddeld om de vijf jaar, gelijklopend met El Ninjo, een mastjaar plaats. Dan maakten de bomen massaal vruchten aan en vielen er zoveel op de grond dat de dieren niet alles konden opeten. Op die manier kon het bos zich verjongen. In zo’n mastjaar is er bovendien veel voedsel voor de orang-oetans en treffen de doorgaans solitaire dieren elkaar in bomen met rijpe vruchten. Dat leidt tot nakomelingen. Maar nu treden er tussendoor hittepieken op, waardoor het ritme verstoord wordt en de “vette” jaren uitblijven. De schaarste dwingt de orang-oetans om alleen te foerageren, waardoor er minder jongen worden geboren. Het dwingt ze ook om in tuinen en plantages naar voedsel te zoeken, waardoor ze het gevaar lopen als huisdier gevangen genomen te worden, of erger. En zoveel zijn er hoe dan ook niet meer, een 60.000 tot 80.000. In zestien jaar tijd is de populatie verminderd met 100.000 dieren.”

“Het wel en wee van de vogelstand is een indicator voor de gezondheid van de onderliggende ecosystemen.”

Vogels tellen

De verschraling van de fauna zien we ook in onze eigen omgeving. De afname van het aantal huismussen en insectenetende vogels bijvoorbeeld. Maar in tegenstelling tot het slinken van het aantal vierkante kilometers zee-ijs kunnen we een dergelijke afname niet meten met behulp van satellieten. “Daarvoor hebben we de hulp nodig van de duizenden mensen die bereid zijn vogels te tellen, beginnend in hun eigen achtertuin,” zegt Ruud Foppen, onderzoeker bij Sovon vogelonderzoek Nederland. “Het wel en wee van de vogelstand is ook een indicator voor de gezondheid van de onderliggende ecosystemen. Als we een achteruitgang constateren bij insectenetende vogels kunnen we ervan uitgaan dat ook bepaalde insectensoorten in aantal verminderen. Dat zegt op zijn beurt weer iets over de schadelijke werking van pesticiden en over de vitaliteit van de grond waarin die leven.” De vogelstand vervult in zekere zin dus de functie van thermometer, net als het aantal mensapen een indicatie is voor de staat van het regenwoud. Het simpelweg tellen van vogels maakt dit signaal zichtbaar, maar het is ook belangrijk dat burgers beseffen dat er een indirect verband is tussen het overleven van vogelsoorten en dat van onze eigen mensheid. Dat besef groeide in belangrijke mate toen bekend raakte dat bijen massaal sterven door het gebruik van pesticiden. Zonder bijen geen bevruchting van bloemen en dus geen voedsel. Het zette de overheid sterk onder druk bepaalde bestrijdingsmiddelen uit de handel te laten halen.

vogels tellen

“Er is vaak beweerd dat we in Nederland de ruimte niet hebben voor wolven en zeearenden, maar de grap is natuurlijk dat die dieren ons dat niet gaan vragen. Ze komen gewoon.”

‘BIODIVERSITEIT’ is een veel te abstract begrip

“Mensen moeten een emotionele band kunnen ontwikkelen met een diersoort,” meent Ruud Foppen. “Het begrip ‘biodiversiteit’ is te abstract, dat zegt niemand iets, en onbekend maakt onbemind. Daarom is het lot van concrete soorten, of dat nu vlinders zijn of vogels, steeds het haakje dat wij gebruiken. We doen doelbewust aan storytelling. En het mag en hoeft ook niet alleen maar negatief te zijn. De terugkeer van de zeearend en de wolf zijn echte succesverhalen. Er is vaak beweerd dat we in Nederland de ruimte niet hebben voor zulke magnifieke roofdieren, maar de grap is natuurlijk dat die dieren ons dat niet gaan vragen. Ze komen gewoon en ze kiezen vanzelfsprekend de meest geschikte gebieden uit. Zo’n wolf trekt echt niet naar een klein achterafbosje maar naar de Veluwe waar er voldoende wild en beschutting voor hem is. Ook deze grote dieren vormen een graadmeter voor de gezondheid, in dit geval de veerkracht, van een ecosysteem. Ze bewijzen ook dat we niet per se somber hoeven te zijn over de mogelijkheden de natuur te herstellen en vitaal te houden.”

“De duurzame palmolieplantage schept ruimte voor de orang-oetan. Of is het vooral windowdressing?”

Duurzame palmolie

Dat laatste neemt niet weg dat natuurbeschermingsorganisaties ook de taak hebben positieve verhalen op hun waarheidsgehalte te checken. Hugo Wortel geeft als voorbeeld de duurzame palmolieplantage. “Duurzaam, onder andere in de zin dat er geprobeerd wordt ruimte te scheppen voor de orang-oetan binnen de plantages, om daar voedsel en leefruimte voor de apen te creëren. Dat klinkt goed, en het concept duurzame palmolieplantage is ook al zó succesvol dat de Nederlandse voedingsindustrie praktisch alleen nog maar palmolie betrekt van plantages die een duurzaamheidskeurmerk voeren. Maar daar schuilt voor ons ook meteen het probleem: marketingtechnisch is het een goede greep geweest, omdat palmolie een steeds slechtere reputatie heeft gekregen. Of er ook werkelijk zoveel orang-oetans door worden geholpen is de vraag. Hebben we inderdaad te maken met effectieve natuurbescherming of toch vooral met windowdressing?”

Informeren, activeren en motiveren

Natuurbeschermingsorganisaties hebben dus een dubbele taak: burgers, bedrijven en overheden attenderen op de gevaren die onze ecosystemen bedreigen, leden activeren en meedenken over mogelijke oplossingen. Verstandelijke inzichten alleen zijn onvoldoende om mensen te motiveren in beweging te komen, niet als vogelteller maar ook niet als donateur. Daarvoor zijn beelden en verhalen nodig, vooral van dieren, omdat onze emotionele verbinding met hen empathie en energie losmaakt. Hugo Wortel: “Veel mensen worden donateur nadat ze op vakantie met eigen ogen een orang-oetan in hun natuurlijke leefomgeving hebben gezien”. Hun verhaal motiveert ook anderen en met berichten op social media verhogen zij beetje bij beetje de druk op de palmolie industrie. De wolf leert ons dat de natuur (en dus uiteindelijk de mens) nog een kans heeft, de orang-oetan, niet toevallig onze verre verwant, dat de bal vooral de verkeerde kant uit rolt. Aan ons die bal te stoppen.  

Lutz Jacobi - Directeur

Lutz Jacobi

Directeur Waddenvereniging

 ´Een onvermoeibare en verbindende strijder voor het wad, los van politieke kleur.’

Lutz Jacobi werd geboren in Katlijk en volgde na de havo de lerarenopleiding Nederlands en Gezondheidskunde. De Friezin kwam in 2006 namens de PvdA in de Tweede Kamer. Voor die tijd was zij directeur van de nieuw gevormde GGD Fryslân. Jacobi is altijd gepassioneerd over de Wadden. ´Ze noemden mij vroeger een beetje spottend de Waddenkoningin. Ik ben er trots op, omdat ik de Wadden belangrijk vind.’ Ze vindt het mede daarom geweldig om zich als directeur van de Waddenvereniging met een bevlogen team én samen met bewoners, ondernemers en liefhebbers in te zetten voor het gebied dat haar zo nauw aan het hart ligt.

 Ruud Foppen

Ruud Foppen

Senior onderzoeker Sovon Vogelonderzoek en bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen

 Ruud Foppen werkt als senior onderzoeker bij Sovon aan maatschappelijke vraagstukken als de energietransitie, klimaatverandering en een duurzame inrichting van ons landschap. Welke kennis is daarvoor nodig en hoe kunnen de vrijwilligers en onderzoekers van Sovon hier een bijdrage aan leveren? Maar bovenal is Ruud van jongs af aan een gepassioneerde vogelaar die voortdurend geïntrigeerd is door onze unieke vogelwereld.

 Hugo Wortel

Hugo Wortel

Secretaris Orangutan Rescue

Ik ben sinds 2011 actief voor Orangutan Rescue. De enorme soortenrijkdom van het regenwoud fascineert mij enorm. Door de ogen van de orang-oetan ben ik dit waardevolle, maar kwetsbare ecosysteem nog beter gaan begrijpen. Zelf met uitsterven bedreigd, laat de orang-oetan zien hoe belangrijk het is om hem en zijn leefgebied te beschermen.

Terug naar Overzicht Publicaties